top of page

Nood aan vorming zorgpersoneel

Het zorgpersoneel blijkt onvoldoende geschoold te zijn in het omgaan met probleemgedrag van ouderen en is te weinig kritisch rond medicijnengebruik.


“We stelden vast dat zorgkundigen soms zelfs bejaarden uit hun slaap haalden voor het toedienen van een slaappil. Zonder zich daarbij vragen te stellen.” Hilde Habraken, Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie

Al in 2011 bracht het pilootproject Niet-medicamenteuze aanpak van slapeloosheid in rusthuizen perceptieproblemen bij zorgpersoneel aan het licht. Dit werd uitgevoerd in opdracht van toenmalig Vlaams minister van Volksgezondheid Jo Vandeurzen. Een aantal partners sloeg de handen in elkaar vanuit een bezorgdheid over het hoge gebruik van slaapmiddelen in woonzorgcentra. Een daarvan was Farmaka vzw, een onafhankelijk centrum dat het verantwoord gebruik van geneesmiddelen promoot. “Uitgangspunt was dat het verplegend personeel een beduidende rol kan spelen in het terugdringen van slaapmiddelen in wzc's, door een niet-medicamenteuze aanpak”, legt Hilde Habraken uit. Zij werkte mee aan het project en aan de bevraging van het personeel in een aantal centra voor ouderenzorg. “We stelden vast dat zorgkundigen soms zelfs bejaarden uit hun slaap haalden voor het toedienen van een slaappil. Zonder zich daarbij vragen te stellen. Ook wisten ze niet goed welke middelen onder de noemer slaapmedicatie vallen, laat staan welke risico’s die met zich meebrengen. Ze gaven ook aan niet opgeleid te zijn om grondig met de bewoners te praten over hun medicatie. Een babbel doen, kon zelfs aanleiding geven tot wrevel bij collega’s, want terwijl je praat, verricht je geen andere taken.” Uit een anonieme getuigenis van een verpleegkundige konden we opmaken dat dergelijke attitude bij heel wat zorgpersoneel onveranderd is gebleven.

“In mijn opleiding was het thema medicatie bij ouderen totaal onbestaand. Het plannen van zorg primeerde, meer dan het praten met de bewoners.” Ingrid Baetens, hoofd zorg wzc Sint-Antonius

Vorming van de zorgkundigen, knelt daar het schoentje? “Het zou zeker een goede zaak zijn, mochten thema’s als medicatie, omgaan met probleemgedrag en dementie in de opleiding van de zorgprofessionals worden opgenomen”, vindt Ingrid Baetens, hoofd zorg in wzc Sint-Antonius in Grembergen. “Zelf wist ik quasi niets over dementie toen ik begon en in mijn opleiding was het thema medicatie bij ouderen totaal onbestaand. Het plannen van zorg primeerde boven het praten met de bewoners. Medewerkers moeten dat leren, sommigen zien een babbel niet als werken.” Baetens heeft zelf gewerkt als hoofdverpleegkundige in een gesloten afdeling voor mensen met dementie. “Ik stelde vast dat residenten vreemd reageerden op slaapmedicatie en antipsychotica. Ze werden uitermate suf en vielen frequenter, sommigen vertoonden zelfs nog moeilijker gedrag. Je verandert mensen hun karakter met die medicatie, zeker bij langdurig gebruik. Iets dat maar weinigen echt beseffen. Maar onrust en agressie van de ouderen maakt het niet makkelijk voor het personeel. Veel medewerkers vrezen dat een bewoner agressiever gaat worden bij stopzetting van een antipsychoticum. Ze hebben al wat meegemaakt met de ouderen, en daar mogen we niet blind voor zijn. We moeten een evenwicht vinden tussen wat goed is voor de bewoner en wat werkbaar is voor de medewerkers”, beseft Baetens.

“Het idee ‘geef hun snel een pilletje en het probleem is opgelost’ leeft soms nog bij het zorgpersoneel.” Cynthia Deman, preventiewerker Tabak, alcohol en drugs CGG Waas & Dender

“Het idee ‘geef hun snel een pilletje en het probleem is opgelost’ leeft soms nog bij het zorgpersoneel. Gelukkig zien we her en der een mentaliteitswijziging”, zegt Cynthia Deman, preventiewerker Tabak, alcohol en drugs bij het CGG Waas & Dender. Zij staat sinds 2019 enkele woonzorgcentra bij in de afbouw van psychofarmaca. “Vooral het omgaan met moeilijk hanteerbaar gedrag is een heikel punt. Dus vragen de zorgkundigen artsen om voor dolen en roepen ’s nachts een antipsychoticum voor te schrijven, terwijl ze hiermee andere problemen genereren. Let wel, je moet het takenpakket van het personeel in de ouderenzorg niet onderschatten. Men verwacht veel van mensen die altijd maar meer moeten doen met minder mankracht. Alternatieve activiteiten vragen naast creativiteit ook tijd, en die hebben ze dikwijls niet. Dat is een spanningsveld in het hele verhaal.” Haar collega Tineke De Breucker vult aan: “De mentaliteit van de zorg is vaak: ik heb goed gewerkt als ik tegen 20u tien mensen heb gewassen en in bed gestoken. Maar een babbeltje kan meer baat doen. Zorgkundigen menen goed te hebben gewerkt wanneer alle taken zijn afgevinkt, maar het draait om meer dan dat. Wat heeft die oudere nodig op dat moment?”



Comments


bottom of page